Het is een droom van vele ouders: een getalenteerde voetballer in huis hebben. Maar wat maakt een kind echt getalenteerd in de ogen van scouts en profvoetbalclubs? Het gaat verder dan alleen maar scoren of een goede pass versturen. Laten we eens dieper ingaan op de eigenschappen en kenmerken die ervoor zorgen dat een voetballer opvalt bij scouts. Maar is hij of zij dan echt een talent?
Talent wordt in de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘aangeboren aanleg’ of ‘natuurlijke begaafdheid’. In voetbaltermen betekent dit dat getalenteerde voetballers een voorsprong hebben met betere basisvaardigheden en sneller nieuwe vaardigheden kunnen aanleren dan anderen. Maar talent op zichzelf is niet genoeg. Het is de combinatie van talent en toewijding die het verschil maakt. Veel getalenteerde spelers rusten op hun lauweren en werken niet hard genoeg om hun vaardigheden te perfectioneren. Uiteindelijk zijn het de getalenteerde spelers die het hardst werken, die de top bereiken. Het jeugdcomplex van PSV Eindhoven in Nederland heeft het niet voor niets op hun muren staan: ‘Hard werken verslaat talent, als talent niet hard werkt’. (Lees verder onder de foto)
Scouts kijken naar specifieke eigenschappen en kenmerken bij het herkennen van getalenteerde spelers. Hier zijn enkele van de belangrijkste factoren:
* Snelheid: Snelheid is een cruciaal kenmerk dat vaak aangeboren is en moeilijk te trainen valt. Een speler kan nog zo technisch begaafd zijn, maar als hij niet snel genoeg is, zal hij nooit de top bereiken.
* Motoriek en Looptechniek: Motoriek is een eigenschap die deels aangeleerd kan worden, maar scouts letten op bewegingstalenten, vooral bij jonge spelers. Looptechniek en algemene motorische vaardigheden zijn van groot belang.
* Karakter en Discipline: Het karakter van een speler is van onschatbare waarde. Discipline, concentratievermogen, weerbaarheid en sociale interactie zijn essentieel voor spelers die de top willen halen. Talent alleen is niet genoeg als gedrag en discipline ontbreken.
* Dribbelen en 1 tegen 1: Het vermogen om te dribbelen en één tegen één-situaties aan te gaan, zijn belangrijke indicatoren van talent. Spelers die graag dribbelen worden soms als egoïstisch bestempeld, maar dit zijn vaak degenen die uitblinken in deze belangrijke vaardigheden.
* Spelintelligentie: Spelintelligentie omvat beslissingssnelheid, handelingssnelheid, begrip van het spel en het vermogen tot omschakelen. Hoewel spelintelligentie bij jonge spelers nog in ontwikkeling is, wordt er gekeken naar het vermogen om zelf oplossingen te vinden en snel te reageren. (Lees verder onder de foto)
Techniek, zoals pass- en schiettechniek, is uiteraard belangrijk, maar scouts leggen vooral de nadruk op Intelligentie, Snelheid en Persoonlijkheid. Deze eigenschappen worden als cruciaal beschouwd omdat techniek in zekere mate kan worden aangeleerd. Talent = aanleg x leervermogen x tijd, en dat laatste is niet meteen op het zicht te zien. Dus is het lastig om het perfecte talent te vinden. Veel scouts zijn niet goed opgeleid en scouten op ervaring. Vandaag zijn er tendensen om de spelers zo lang mogelijk in de eigen natuurlijke omgeving te laten. Vroeg wegplukken heeft weinig zin omdat van iemand jonger dan twaalf moeilijk kan voorspeld worden of hij of zij al dan niet prof zal worden…